Effectieve aanpak Letterster bij ondersteuningsniveau 2 en 3

Extra ondersteuning bij lezen en spellen

 

Op basis van wetenschappelijk onderzoek en jarenlange ervaring in de dyslexiezorg is helder wat werkt voor leerlingen met lees- en/of spellingproblemen. De bevindingen uit deze gecombineerde kennis is meegenomen in de ontwikkeling van Letterster. Per werkzame component wordt beschreven welke effectieve aanpak bij lees- en spellingproblemen gebruikt wordt gemaakt in Letterster. Deze werkzame componenten zijn terug te vinden in de ‘Handreiking voor de invulling van ondersteuningsniveau 2, 3 en 4 bij lees- en/spellingproblemen’.

 

Taakgericht  
In de verschillende opdrachten in Letterster is er aandacht voor het lezen en schrijven van letters, klanken, woorden en het lezen van teksten. Op het gebied van lezen kan er in Letterster een tweetal oefeningen worden gedaan. Dit betreft een woordleesoefening en een tekstleesoefening. Aanvullend kan het memoryspel Dizzy worden gebruikt om te oefenen met het woord- en/of klanklezen. Voor spelling kan er met twee soorten opdrachten worden geoefend in Letterster. Enerzijds een stappenplan oefening, anderzijds een luisteroefening waarbij de juiste regels bij een woord moeten worden geselecteerd.  

 

Systematisch 
Letterster is een adaptief oefenprogramma. Zowel op het gebied van lezen als op het gebied van spellen kan de leerling op zijn of haar eigen niveau oefenen.  
 
Bij de start wordt een intaketoets gemaakt door een leerling om het aanbod op spelling te bepalen. Op basis van wat de leerling moeilijk vindt; de groep waarin de leerling zit; de leerlijn volgens het SLO en de jarenlange ervaringen uit de behandelpraktijk van wat deze leerlingen echt nodig hebben, wordt een passend programma samengesteld. Er wordt een selectie gemaakt voor een periode van 12 weken uit de 52 spellingregels die samen de basis vormen voor de Nederlandse taal. Per week verschijnt er een nieuwe spellingcategorie opgebouwd in moeilijkheidsgraad. Iedere regel kan op het eigen tempo geoefend worden op het niveau van 1, 2 of 3 sterren. Op basis van de groep wordt een keuze geadviseerd. Als de oefening erg goed gaat, kan er op een hoger niveau worden geoefend. Wanneer een opdracht nog lastig is, kan er op een lager niveau worden geoefend. De woorden worden dan korter en minder complex. De eerder aangeboden categorieën blijven altijd beschikbaar. 
 
Op basis van de DLE (Didactische Leeftijd Equivalent) score van de leerling wordt op het gebied van lezen een passend programma klaargezet. Er wordt ook voor het lezen een selectie gemaakt voor een periode van 12 weken uit meer dan 50 leesregels. Per week verschijnt er een nieuwe leesregel. In Letterster kan er voor worden gekozen om het lezen op nauwkeurigheid of snelheid te oefenen. Iedere regel kan op het eigen tempo worden geoefend. Als de oefening goed gaat kan ervoor worden gekozen om op een hoger niveau te oefenen. De eerder aangeboden leesregels blijven altijd beschikbaar.   
 
Aan het begin van de woordenleesoefening kan ervoor worden gekozen om de moeilijkheidsgraad van de woorden te verhogen door te kiezen voor 2 of 3 sterren. Standaard staat het niveau ingesteld op 1 ster.  
 
Ook kan er in Letterster geoefend worden op tekstniveau. Hiervoor is het van belang dat er een boek of tekst wordt gekozen dat goed past bij de leerling zowel wat betreft het onderwerp als het AVI- niveau. Vervolgens kan gekozen worden waaraan gewerkt moet worden. Het programma biedt hier een passende opdracht bij. Er wordt dan per oefenkeer een tip gegeven zodat op een effectieve manier aan het leerdoel van de leerling gewerkt kan worden.  
 
Daarbij kunnen leerlingen in hun eigen clubhuis een spelletje Dizzy spelen (alleen, met elkaar of met de begeleider). Dizzy is ontwikkeld n.a.v. bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek. Er kan gekozen worden voor woord- en/of klanklezen. Daarnaast kan specifiek aangegeven worden welke klanken of woordsoorten er geoefend moeten worden. Met Dizzy vindt de vereenvoudiging van het lezen van woorden en klanken plaats door het bewust en onbewust aanleren van de symbolen. Onbewust leren kinderen symbolen te koppelen aan de klanken. De klanken worden nog steeds benoemd, maar de structuur van de klank wordt onbewust getraind omdat het symbool tegelijkertijd wordt weergegeven. Tijdens het oefenen van woorden wordt de zogenaamde transfer van het benoemen van de afzonderlijke klanken naar het lezen van woorden gemaakt. De structuur van het woord kan eenvoudig worden herkend door de symbolen.   
 
Na 12 (oefen)weken volgt er een moment van evaluatie, er moet dan op het gebied van lezen en/of  
spellen opnieuw een toets gemaakt worden zodat er een passend programma voor de leerling samengesteld kan worden.  

 

Expliciet 
De leerling werkt met de onderwijsprofessional. Letterster biedt een heldere ondersteuning zodat het gebruik van de software zo min mogelijk afhankelijk is van de kwaliteit van de onderwijsprofessional en er altijd op een hoog niveau geoefend kan worden. De leerstof wordt in kleine stappen aangeboden, waarbij het lees- en spelgedrag eerst wordt voorgedaan. Daarbij worden de moeilijkheden stapsgewijs besproken. Vervolgens wordt er samen geoefend en tot slot kan de leerling het zelfstandig.  
 
Op het gebied van spelling is er voor de onderwijsprofessional eventueel aanvullende informatie beschikbaar als de leerling de aangeboden stof onverhoopt niet goed begrijpt. Iedere spellingcategorie wordt door een orthopedagoog in een filmpje uitgelegd. Deze opname moet ieder oefenmoment door de leerling worden bekeken voorafgaand aan het maken van de opdrachten voor spelling. Op de daarvoor relevante plaatsen is de uitleg te allen tijde te raadplegen. Daarnaast wordt er op het dashboard van de leerling een bij de categorie passende inhoudelijke tip gegeven om de moeilijkheid in te oefenen. Een voorbeeld hierbij is ‘Klankgroep horen? Ga staan en loop! Iedere stap is een klankgroep’. De opdrachten worden auditief ondersteund; de leerling wordt stap voor stap door de oefening geleid en komt zo tot het (juiste) eindresultaat. Bij vragen is er beeldmateriaal beschikbaar voor passende ondersteuning. Op het moment dat de stof voldoende is ingeoefend en de leerling de spellingcategorie zelfstandig kan toepassen, is er een mogelijkheid tot het oefenen van aangeboden categorieën door elkaar of met een dictee.    
 
Ook bij de leesopdrachten in Letterster speelt de onderwijsprofessional een belangrijke rol. Bij het opstarten van de woordleesoefening moet er gekozen worden aan welk doel er wordt gewerkt. Dan verschijnt er een instructie met specifieke opdracht passend bij het leerdoel zodat de onderwijsprofessional de leerling op een goede manier kan begeleiden.  
 
Vervolgens verschijnen er twee rijen met woorden. Deze moeten met de leerling worden ingeoefend volgens de specifieke opdracht. Op het moment dat de leerling de woorden goed leest, kan er op tempo worden geoefend. De eerste keer leest de leerling de woorden samen met de onderwijsprofessional. Wanneer de leerling de woorden goed heeft geoefend, kan de leerling oefenen met flitsen. De woorden worden door Letterster kort één voor één aangeboden. Het programma vertraagt wanneer er fouten worden gemaakt en versneld wanneer het goed gaat. Daarnaast wordt het woord door Letterster uitgesproken zodat kan worden nagegaan of het woord goed is gelezen. De moeilijke woorden worden herhaald. Daarna kan de leerling aan de slag met het memoryspel Dizzy, de klanken en/of woorden worden auditief ondersteund. 

 

Herhaling  
Leren gaat in Letterster van verwerven, bereiken van accuratesse, versnellen door automatiseren naar flexibel toepassen of generaliseren. Leerlingen met lees- en/of spellingproblemen komen in Letterster op verschillende manieren in aanraking met herhaling. Door veel in aanraking te komen met de herhaling van letters en woorden, lukt het om tot automatisering te komen. 
 
Er is sprake van herhaling in de oefeningen zelf. Zowel bij de lees- als spellingopdrachten wordt een woord opnieuw aangeboden als het nog moeilijk is. Als het woordlezen nog moeilijk is, kunnen de woordrijen geoefend worden door middel van het voor-koor-door lezen alvorens het flitsen. Op het gebied van spelling kan de leerling eerst hulp raadplegen om het woord uiteindelijk toch goed te kunnen lezen of schrijven. Daarnaast leert de leerling welke stappen nodig zijn om te komen tot de juiste schrijfwijze van een woord. Doordat dit veelvuldig wordt geoefend in Letterster zal de leerling deze stappen automatiseren. 
 
Daarnaast kunnen alle betrokkenen de resultaten van de betreffende leerling volgen. Hier wordt gerapporteerd wat goed ging en waar de leerling nog moeite mee heeft. Van de resultaten kan makkelijk een deelbare PDF worden gegenereerd. Alle opdrachten kunnen altijd worden herhaald. 
 
De aangeboden steunkaarten met bijbehorende spellingcategorieën kunnen worden herhaald. Als de aangeboden spellingcategorieën worden beheerst, is het mogelijk om de voorgaande spellingcategorieën door elkaar te oefenen met behulp van de verschillende oefeningen. Deze zogenaamde herhalingspin verschijnt op het dashboard nadat de oefeningen gedurende ongeveer 4 weken zijn geoefend. De leerling krijgt hier uitsluitend de woorden van de categorieën aangeboden die tot dan toe zijn ingeoefend.  
 
Ook is er de mogelijkheid om een dictee te oefenen met woorden die tot dan toe zijn aangeboden.  
Woorden worden voorgelezen en de leerling moet het woord typen. De woorden worden direct nagekeken zodat de leerling goed weet hoe hij of zij ervoor staat en welke categorie nog extra geoefend moet worden. 
 
Tot slot is er de mogelijkheid om de woorden en klanken te herhalen door middel van het geheugenspel Dizzy. Bij dit spel kan er worden gekozen welke klanken en/of woorden de leerling moet herhalen. De klank en/of het woord moet worden uitgesproken, daarna spreekt Letterster het uit.  

 

Fonologisch georiënteerd 
In Letterster wordt er steeds gewerkt met aandacht voor de kwaliteit, met name de gedetailleerdheid, van de fonologische representaties van woorden. Er wordt uitgegaan van de vaardigheid om op foneemniveau de klankvorm van een woord te manipuleren. Daarvoor wordt er gebruik gemaakt van het klankenschema waarin iedere klank een klanksymbool krijgt. Dit klanksymbool is ervoor bedoeld om de complexiteit van taal te vereenvoudigen. Daarnaast zorgt dit ervoor dat de leerling zich bewust is van welke klanken er in een woord voorkomen alvorens het woord wordt gelezen of geschreven. Om ervoor te zorgen dat de leerling de fonologische route kiest bij het woordlezen wordt hier expliciete instructie op gegeven door de onderwijsprofessional tijdens het inoefenen van de categorie. Daarnaast worden de klanken en woorden in combinatie met de symbolen gekoppeld en expliciet aangeboden in het geheugenspel Dizzy. Dizzy is geen onderdeel van het basisprogramma maar kan aanvullend ingezet worden.  
 
Bij de luisteroefening wordt op het gebied van spelling geoefend om de juiste spellingcategorieën te koppelen aan een woord. Hiervoor wordt het woord eerst auditief aangeboden waarna de leerling de juiste spellingmoeilijkheden moet aanklikken. De stappenplanoefening zorgt ervoor dat de leerling door middel van het doorlopen van het stappenplan de fonologische route volgt en op die manier komt tot de juiste schrijfwijze van het woord. In dit stappenplan wordt het woord auditief aangeboden. De leerling zegt het woord na en denkt vervolgens na welke klanken of klankgroepen hij of zij hoort. Daarna moet er nagedacht worden over de spellingmoeilijkheden die voorkomen. Tot slot wordt het woord opgeschreven en nagekeken.
Oefenen op (letter/klank), woord-, zins- en tekstniveau  
Na elke introductie van een nieuwe moeilijkheid is het in Letterster per lees- en spellingoefening mogelijk om op drie verschillende niveaus te oefenen. Op het gebied van spelling selecteert Letterster het niveau dat het beste past bij een leerling in een bepaalde groep. De woorden worden moeilijker doordat ze langer zijn, maar de woorden zijn ook complexer doordat er meer spellingcategorieën in één woord voorkomen. Daarbij is er rekening gehouden met wat een leerling zou moeten kunnen als de woorden worden vergeleken met de leerlijn van het SLO. Er worden daardoor geen woorden gevraagd die een leerling nog niet kan schrijven omdat de spellingcategorie nog niet is aangeboden. Het niveau van de woorden die gelezen moeten worden is iets hoger dan het niveau van de woorden die geschreven moeten worden, omdat een leerling vaak het woord eerst goed kan lezen voordat het schrijven ook lukt. De keuze voor het niveau wordt bepaald op basis van DLE-score van de leerling zoals eerder beschreven. Een leerling kan op ieder onderdeel afzonderlijk oefenen en hoeft dus niet het complete aanbod in Letterster te doorlopen. 

 

Eerst goed, dan snel 
Zowel op het gebied van lezen als op het gebied van spelling is er in Letterster aandacht voor eerst goed, daarna voor vlot en vervolgens voor geautomatiseerd (zo goed als aandachtvrij). Tijdens het verhogen van het tempo is er blijvende aandacht voor accuratesse. Bij zowel lezen als spelling zit dit veelal in de structuur van de opdrachten. Op het gebied van spelling wordt de leerling hierin gestuurd doordat alle stappen van het stappenplan moeten worden doorlopen om te komen tot een goede schrijfwijze van het woord. Voor lezen wordt eerst goed dan snel als reminder bij iedere leesopdracht benadrukt. Daarnaast vertraagt Letterster tijdens de flitsoefening op het moment dat blijkt dat de leerling de woorden in het huidige tempo niet goed kan lezen en versneld wanneer het lezen van de woorden wel goed gaat. 


Aandacht voor woordstructuur 
De instructies in Letterster zijn gericht op de woordstructuur en de eenheden binnen het woord (bijvoorbeeld medeklinkerclusters, morfemen zoals -lijk; -heid). Er wordt gebruik gemaakt van voorbeelden die gericht zijn op het hele woord. 
Aandacht voor lees- en spellingmotivatie  
In Letterster is er op verschillende manieren aandacht voor de lees- en spellingmotivatie. Leerlingen kunnen zelf de vooruitgang zien en gaan vooruit door het gebruik van Letterster. Ze werken zichtbaar aan het verbeteren van de lees- en spellingcompetentie en dat werkt motiverend. Daarbij draagt het design bij aan de motivatie. Zo zijn er verschillende designs waarin gewerkt kan worden en kan de leerling zelf een coach kiezen. Als de minimale set aan opdrachten voor de week is gedaan, verschijnt er een visuele sticker in het gekozen thema. Ook verschijnt er een animatie en compliment als een opdracht is afgerond. Tot slot worden er tijdens het maken van de spellingopdrachten procesgerichte complimenten gegeven. 


Aandacht voor gerichte feedback 
De feedback in Letterster is afgestemd op het doel. Er wordt procesgerichte feedback gegeven op hoe de leerling het nu doet, maar ook wat de leerling moet doen om het doel te bereiken. Zo wordt er bijvoorbeeld aangegeven waar de leerling aan zou kunnen denken om de volgende keer tot een goed antwoord te komen. De leerling ziet zelf hoe de opdracht is gegaan. Als een opdracht nog moeilijk is, kan de leerling met behulp van de feedback opnieuw proberen om de opdracht foutloos te voltooien. Daarbij zal de betrokken onderwijsprofessional procesgerichte feedback geven afgestemd op het doel van de leerling.  


Aandacht voor generalisatie 
In Letterster is er aandacht voor het werken aan flexibele toepassing in nieuwe situaties. In Letterster  
wordt de spellingcategorie uitgelegd aan de hand van de steunkaarten. Door middel van versjes, visuele ondersteuning en duidelijke strategieën wordt iedere leerling geholpen klanken, regels en spellingafspraken beter te onthouden en toe te passen op een manier die past bij de leerstrategie. De steunkaarten worden als naslagwerk gebruikt en zijn toepasbaar bij iedere methode. Als de categorie is uitgelegd, vindt de inoefening plaats door het oefenen van verschillende woorden. Iedere keer wanneer een lees- of spellingoefening opnieuw wordt opgestart, verschijnen er andere woorden. De instructie gaat altijd uit van de spellingcategorie of bepaalde moeilijkheid. De woorden die gebruikt worden voor inoefening, verschillen per oefenkeer. Dit zorgt ervoor dat er gewerkt wordt aan de strategie in plaats van inprenting. Daarbij vraagt de manier waarop de inhoud wordt aangeboden om na te denken over een moeilijkheid, zo moet de leerling bij de stappenplanoefening nadenken welke moeilijkheid er te horen is en waar dan aan gedacht moet worden. Door deze strategie aan te leren, kan dit ook worden toegepast wanneer een ander woord met dezelfde moeilijkheid geschreven moet worden. Middels dictees en oefeningen waarbij verschillende woorden aan bod komen, leert de leerling ook om de spellingregels door elkaar te kunnen toepassen.