Leesbevordering in de klas
Hoe pak je dat aan?

Lezen is beleven: op avontuur gaan, lekker griezelen of juist schateren van het lachen. Dat wens je toch iedere leerling toe? Laat leerlingen ervaren hoe het is om in een boek te duiken en pas te stoppen met lezen als het boek uit is. Daar is heel wat meer voor nodig dan het dagelijkse vrij-leesmoment in de klas. Hoe besteed je voldoende aandacht aan leesbevordering?

Door Iris Verhaagen 

 

Dagelijks vragen wij onze leerlingen hun leesboek te pakken en een half uur vrij te gaan lezen. Voor een aantal leerlingen is dit een moment van rust en ontspanning. Zij vinden het heerlijk om weg te dromen in een boek. Zij zitten in hun eigen wereld en zien en horen niet meer wat er om hen heen gebeurt. Wanneer u begint met de volgende les, lezen deze leerlingen het liefst nog even door. Voor hen maakt het niet uit of ze aan hun eigen tafeltje of in de leeshoek lezen. Dit zijn intrinsiek gemotiveerde lezers.

 

Andere leerlingen zitten tijdens het leesmoment omgedraaid op hun stoel, turen naar buiten of maken verscholen achter het leesboek stiekem tekeningetjes. Zij doen wellicht nog een enkele poging om toch te gaan lezen, maar hun gehele houding verraadt dat zij geen zin hebben om zich in het verhaal te verdiepen. De gedemotiveerde lezer…

Lezen heel belangrijk

De ideale situatie zou zijn dat alle leerlingen in de klas gemotiveerd lezen en blij zijn met het dagelijkse vrij-leesmoment. Dat de werkelijkheid heel anders is blijkt uit het PISA-rapport (2018). Het percentage Nederlandse jongeren dat niet van lezen houdt ligt twee keer zo hoog als het internationaal gemiddelde.

Hoe is het mogelijk dat veel van onze leerlingen weinig tot geen leesplezier ervaren? En nog belangrijker: hoe kunnen we ervoor zorgen dat leerlingen weer zin krijgen om te gaan lezen?

 

Leesplezier is dé motor achter leesprestaties en leesgedrag. En belangrijk, want leerlingen die veel lezen hebben onder meer een beter tekstbegrip, meer kennis over de grammatica en zijn beter in het schrijven van verhalen. Maar dat is niet het enige waarom lezen en leesplezier belangrijk zijn. Wanneer leesbevordering goed is geïntegreerd in het onderwijscurriculum heeft dit invloed op de verdere ontwikkeling van de leerling.

Een rijke leesomgeving

De eerste stap is het creëren van een rijke leesomgeving in de school. In deze omgeving zijn alle leerlingen in de gelegenheid om teksten en boeken te kiezen die aansluiten bij hun interesses en leesniveau. Denk bijvoorbeeld aan de cognitief talentvolle leerling met dyslexie maar ook aan de meertalige leerling. Zorgen dat voor iedere leerling voldoende passende boeken aanwezig zijn, is makkelijker gezegd dan gedaan. Hier is een goede voorbereiding nodig.

Maak eens een inventarisatie van de collectie boeken op school. Zijn deze boeken nog intact en actueel? Hoeveel lees- en informatieboeken zijn er in totaal aanwezig? Is het aantal boeken per groep of leeftijdscategorie redelijk gelijk? Om leerlingen goed te laten kiezen moet een basisschool met 250 tot 300 leerlingen minimaal 500 boeken in bezit moeten hebben - maar het liefst meer! Boeken die zijn verdeeld over genres en leesniveaus. Natuurlijk zijn er ook boeken aanwezig waarmee leerlingen zich kunnen identificeren, bijvoorbeeld boeken over scheiding of rouwverwerking, maar ook over dyslexie. Als in kaart is gebracht welke boeken er aanwezig zijn op school wordt meteen duidelijk waar het boekenaanbod moet worden aangevuld.

Afwisselende werkvormen

Het inzetten van diverse werkvormen tijdens de leestijd kan ervoor zorgen dat de motivatie van de leerling wordt behouden of wordt verhoogd. Denk hierbij aan samenlezen, toneellezen of op een gekke plek lezen.

Let wel op, want een werkvorm kan voor een leerling stimulerend of demotiverend zijn. Bij een onzekere lezer kan samenlezen met een klasgenootje het zelfvertrouwen laten dalen. De leerling vergelijkt zichzelf met het klasgenootje dat beter leest. Hierdoor kunnen twijfels ontstaan over de eigen leesprestaties. De leerling denkt dat hij minder goed kan lezen dan anderen en kan onzeker worden. Wanneer een leerling dagelijks of wekelijks hiermee wordt geconfronteerd zou dit uiteindelijk kunnen leiden tot faalangst met tot gevolg een volledige blokkade voor lezen.

Een negatieve leesspiraal voorkom je door afwisselende werkvormen aan te bieden waarbij rekening wordt gehouden met de leerling die gedemotiveerd zou kunnen raken.

Leesbevorderingsactiviteiten

Het aanbieden van verschillende werkvormen tijdens de leestijd is iets anders dan bezig zijn met leesbevorderingsactiviteiten. Leesbevordering is het systematisch en structureel aanbieden van activiteiten met als doel de bereidheid tot lezen, de waardering voor het boek en het plezier in lezen te ontwikkelen. Het gaat hier onder andere over het ontdekken van de eigen leesvoorkeuren, het promoten van boeken en het kunnen kiezen van passende boeken. Zo’n wekelijkse activiteit is kort maar krachtig en hoeft niet alleen bij een leesmoment terug te komen.

Sfeervolle leesplek

Het komt veel voor dat leerlingen een boek lezen aan hun tafeltje. Maar zeg eens eerlijk: ligt u liever met een goed boek in een hangmat of zittend achter uw bureau? Probeer fijne sfeervolle leesplekken te creëren in de school. Plekken waar alle leerlingen iedere dag wel zouden willen lezen. Leg in een verlaten hoekje van de school eens een paar zitzakken neer, hanag actuele leesposters op en zet er een paar grote planten bij. Nog beter: ga bij mooi weer met z’n allen naar buiten. Dat zijn de perfecte plekken voor het lezen van een goed boek!

Ouders stimuleren

Daarnaast is het van belang dat ouders gestimuleerd worden om thuis aan de slag te gaan met lezen. De kans dat een kind een boekenliefhebber wordt is vijf keer zo groot als ouders het lezen bevorderen.

Organiseer een bijeenkomst of webinar voor ouders waarin je ingaat op het belang van leesbevordering. Vertel dan ook over de praktische kant. Wat kunnen ouders doen om hun kind leesplezier te laten ervaren? Kies bijvoorbeeld een lekker recept uit, laat het kind deze voorlezen en bak het gerecht of maak samen een gedichtje voor oma en laat het kind deze voorlezen. Belangrijk hierbij is dat de activiteiten voor ouders behapbaar zijn. Dat wil zeggen ouder en kind worden er beiden blij van om het samen uit te voeren.