Compenserende software en digitale lesmethodes

Het onderwijs heeft de laatste jaren grote stappen gezet op het gebied van digitalisering. Inmiddels werkt 60% van de Nederlandse basisscholen met Chromebooks. In het VO is dat 32% (Kennisnet, 2020).

In de praktijk zien we dat steeds meer scholen ‘in de cloud’ werken. Daarnaast wordt er ook steeds meer gebruikgemaakt van digitale lesmethodes. Veel scholen gebruiken een combinatie van papieren en digitale lesmethodes. Van veel papieren methodes zijn digitale varianten beschikbaar via Dedicon of Stichting Toegankelijke Informatie. Zowel Read&Write als Alinea en Kurzweil bieden de mogelijkheid hier in de cloud mee te werken.

 

Het werken met digitale lesmethodes vraagt een goede inventarisatie van reeds aanwezige ondersteunende functies, de kwaliteit daarvan én de mogelijkheden van de combinatie met compenserende software. Door deze inventarisatie heb je goed in kaart van welke ondersteunende mogelijkheden de leerlingen gebruik kunnen maken. 

 

De afgelopen jaren is steeds meer educatieve software gebouwd in, of omgezet naar, HTML5. Digitale content die in HTML5 staat, is in de basis toegankelijk om voor te lezen door de extensie van Read&Write en Web2Speech. Goed nieuws dus! Wel is het zo dat sommige uitgevers beveiligingen inbouwen waardoor bepaalde functionaliteiten niet voldoende toegang hebben. Het is dus goed om eens te inventariseren welke digitale lesmethodes kunnen worden voorgelezen. De beste manier om hier achter te komen is het uit te proberen.

Wat is de meerwaarde van compenserende software?

Tegenwoordig zien we steeds vaker een ingebouwde voorleesfunctie in digitale lesmethodes. Echter, veel leerlingen met dyslexie hebben naast een leesprobleem vaak ook moeite met spelling en/of studeren en structureren.

 

Compenserende software biedt óók ondersteuning bij het schrijven en studeren. Ze hebben onder andere een woordvoorspeller en een uitgebreid woordenboek. Ook helpen ze leerlingen bij het maken van samenvattingen van de tekst.

 

Daarnaast adviseren wij om kennis te nemen van de kwaliteit en flexibiliteit van de door de uitgever ingebouwde voorleesfunctie. Hierbij kun je letten op de volgende punten:

 

Is er een meeleescursor aanwezig?
De meeleescursor stimuleert de leerling mee te lezen met de gesproken tekst en helpt de concentratie langer vast te houden.

 

Kan de leerling de stem en het tempo zelf aanpassen?

Deze aanpassingen zijn erg belangrijk voor leerlingen en vaak zelfs bepalend in het wel of niet willen werken met deze ondersteuning. Bij een te snelle stem, kan de leerling vanzelfsprekend de inhoud van de tekst niet goed verwerken. Een te langzame stem kan ook zorgen dat de leerling afhaakt, omdat de leerling afgeleid of verveeld raakt.

 

Wat voor type stem wordt gebruikt?

Er zijn lesmethodes waarbij de teksten vooraf zijn ingesproken, helaas zijn deze vaak niet in tempo aan te passen. Het kan zijn dat een leerling dit toch verkiest boven door software verklankte tekst. Leerlingen kunnen zelf goed aangeven wat hun voorkeur heeft.

 

Worden álle teksten voorgelezen door de reeds ingebouwde voorleesfunctie?

Het komt wel eens voor dat de ingebouwde voorleesfunctie niet alle tekst verklankt. De inzet van Read&Write of Web2Speech kan dit hiaat opvullen.

 

Laat de leerling de mogelijkheden van compenserende software en de lesmethode met vooraf ingebouwde stem op deze punten vergelijken. Zo kan hij of zij aangeven wat de voorkeur heeft. Natuurlijk is een combinatie van beide ook mogelijk.
Zoals eerder aangegeven heeft een leerling met dyslexie vaak ook baat bij de spelling- en studeerfuncties, waardoor het werken met de compenserende software de voorkeur kan hebben boven de reeds ingebouwde voorleesfunctie óf in aanvulling hierop kan worden ingezet.

 

Tot slot geven leerlingen vaak de voorkeur aan het werken met de compenserende software, omdat ze vertrouwd zijn met de werking hiervan. Zo hoeven ze niet voor elk vak opnieuw uit te vinden wat de mogelijkheden van de voorleesfunctie zijn.